De laatste
dag bij mijn FAS kindjes. Opnieuw moest ik samen met hen in de zaal werken
aangezien de zorgleerkracht haar klas zelf nodig had om les te geven. Ik ging
mijn 2 materiaaldozen en beloningsbord halen, versierde de ruimte en zette
alles klaar.
Het was tijd
om mijn kindjes te gaan halen uit de klassen. Eerst Megan en Lee-Ashley. Megan,
vrolijk en spontaan, sprong op mijn rug. Er ging wel even door mijn hoofd dat
ik haar juffrouw was, maar tijdens deze laatste dag wou ik zelf ook van elk
moment optimaal genieten. Met Lee-Ashley aan de hand ging ik vervolgens Keanan
en Terisita uit de klas halen. Joremeo was spijtig genoeg afwezig. De dag voordien
was gezegd dat er vrijdag kans op regen zou zijn. Daarom was hij niet naar
school gekomen.
Eenmaal
aangekomen in de zaal moesten de kindjes eerst hun gevoelens uiten aan de hand
van hun gevoelensdoosje. Iedereen was vrolijk behalve Lee-Ashley. Zij is er het
perfecte voorbeeld van dat men zich bij een kind niet op zijn eerste indrukken
mag betrouwen. Zij lacht, is vrolijk, spreekt en speelt met de andere
leerlingen,… Toch legde zij de plakker op haar doosje: ‘Hartseer’. Waarschijnlijk
mist ze haar mama enorm hard. De kinderen vertelden elk om beurt waarom ze
vrolijk waren. Ik had hen donderdag al verteld dat we vandaag een feestje
gingen houden. Allemaal zegden ze: ‘Ik ben vrolijk want vandaag is er een
feestje!’
Na de
inleiding gingen we aan de slag met patronen. Ik toonde enkele prenten waarop
een patroon stond getekend en de leerlingen moesten dit verder zetten. Dit was voor
geen enkele leerling een probleem.
Het oefenen van patronen werd verder gezet
aan de hand van de fruitbrochettes. De appels had ik vooraf geschild maar nog
niet in stukjes gesneden. Aangezien we maar met 5 (met mij erbij) waren, kreeg
elk kind zijn eigen fruitkeuze. Voor ze het fruit mochten snijden, overliepen
we samen welke fruitsoorten ze allemaal
zagen, welke kleur ze hadden en hoe ze smaakten. Ik had druiven, aardbeien,
appels en bananen meegebracht. Ze kenden alle stukken fruit, hadden ze ooit al
gegeten en konden vertellen welke kleuren ze hadden. Vervolgens gingen ze aan
de slag. Terisita sneed de bananen (wordt hier pisangs genoemd… vandaar komt
pisang ambon dus aan zijn naam), Lee-Ashley de appels, Megan de aardbeien en
Keanan de druiven.
Ik had duidelijk voorgedaan hoe groot de stukken moesten
zijn. Dit ging eigenlijk zeer vlot. De steeltjes van de aardbeien werden goed
verwijderd, de stukjes appel en banaan hadden de juiste grootte,… Af en toe zag
ik wel eens een stukje in de mond verdwijnen, maar er was toch meer dan genoeg,
dus liet ik het met plezier begaan. Wel liet ik blijken dat ik het had gezien,
alleen al omdat ik zo van de gelaatsuitdrukking hou van een kind dat weet dat het
iets fout doet en het toch probeert goed te lachen. Ik liet ze van elk stuk
fruit proeven en verwoorden wat ze smaakten. Zoet, zuur, bitter, hard, zacht,…?
Vervolgens zei ik een kleur en moesten ze het stuk fruit dat de genoemde kleur
had op hun stokje steken. Op voorhand had ik wel enkele afspraken gemaakt
zoals: “Neem 1 stukje per keer. Wees voorzichtig met je stokje.,…”
mondjes leeg gegeten, dan snel de handen gaan wassen
Het
onderstaande filmpje vertelt genoeg over hoe deze opdracht verliep.
Bij het
vernoemen van een kleur sprongen de kinderen als het ware op het fruit. Ze
hebben dus zeker een goed reactievermogen. Naarmate hun stokje voller werd,
begonnen ze te dansen. Ze vulden 2 stokjes en mochten vervolgens de restjes
opeten. Keanan wou in het begin geen fruit snijden. Ik had al gemerkt dat hij,
ondanks hij de veer op het doosje had gelegd, toch een beetje boos/droef was.
Ik vroeg hem wat er aan de hand was. Hij wou niet antwoorden. “Ben jij kwaad op
mij?” Hij knikte ja… “Je hebt Megan op jouw rug gedragen.” Hij was dus al de
hele tijd een beetje koppig omdat Megan en niet hij op mijn rug had gezeten.
Volgens mij weet Keanan zeer goed dat, wanneer hij zo doet, hij meer aandacht
krijgt.
Wanneer hij
de andere kinderen zag snijden en ik hem vroeg of hij de druifjes wou doen, gaf
hij uiteindelijk toch toe en veranderde hij al snel opnieuw in een lieve en
vrolijke jongen ... totdat zijn eerste brochette die klaar was naast die van
Megan kwam te liggen. De 2 brochettes mochten elkaar niet aanraken. Hij moest
duidelijk kunnen zien welke de zijne was.
Wanneer de brochettes
klaar waren, mochten ze even spelen en er terwijl één opeten. Wel had ik van
alle stokjes de scherpe puntjes afgebroken uit veiligheid. De tweede brochette
bewaarde ik voor tijdens de pauze. Na
een korte ontspanningsperiode moesten de kinderen opnieuw aan de slag. Er werd
gewerkt met de cijferkaartjes, letterkaartjes en zelfgemaakte balletjes (bloem
in ballon). Ze moesten eerst de cijferdoosjes op de juiste volgorde leggen.
Vervolgens zei ik een nummer en moesten zij dat nummer aanduiden. Keanan en
Terisita hadden hier geen grote problemen mee. Wel dook weeral hetzelfde
probleem op. Keanan sloeg de eerste keer bij het samentellen opnieuw de 7 over.
1 2 3 4 5 6 … 8 9 10 De kaartjes werden uit de doosjes gehaald en er werden
enkele rekensommen opgelost. Megan en Lee-Ashley tellen steeds op hun vingers.
En dan nog lossen ze het verkeerd op. Aan de hand van de ballen probeerde ik
het visueel te maken. Het probleem zal
pas op te lossen zijn door veel herhaling.
Het alfabet
konden de leerlingen samen mooi opzeggen. Het in de juiste volgorde leggen, was
moeilijker. Het waren weeral Lee-Ashley en Megan die hiermee problemen hadden.
Eigenlijk had ik dit kunnen weten uit het samen lezen tijdens de vorige sessie.
Ik leerden hen toen een trukje om de letter Z en O te onthouden. “O, voel aan
je mond als je die letter uitspreekt en je lippen vormen de letter O. Z is het
geluid dat een bij maakt. Hij vliegt heen en weer.” Dit wisten de leerlingen
nog. Keanan nam de letter Z en legde die op zijn handpop en begon ermee rond te
vliegen. Net zoals bij de cijfers wees ik een letter aan en moesten ze deze
luidop verklanken. Met de ballen deed ik enkele verdelingsoefeningen en een
onthoudspelletje. Welke bal is weg…
Na de pauze
was het tijd om te feesten. Elke leerling kreeg een hoedje, een toeter, een
bekertje met Cola of Fanta en een groot stuk chocoladecake. Wat waren ze aan
het smullen. Op een bepaald moment maakte Keanan van zijn oren. Eerst had hij
een heel klein stukje laten vallen en daarna had Terisita een stukje van zijn
cake gegeten. Ik wees Terisita hierop maar zag later dat ook Keanan van de cake
van anderen een stukje pikte. Niet alleen de cake werd soms onderling afgenomen
ook de drankbekertjes konden, wanneer je even niet oplette, plots leeg zijn.
Zou dit uit honger zijn geweest of omdat ze dit thuis ook moeten doen om iets
te kunnen eten…
Aangezien ik
steeds alleen werkte met de kinderen kon ik niet veel gezamenlijke foto’s van
ons allemaal nemen. Gelukkig waren alle kinderen gefascineerd door het
fototoestel en namen zij wat foto’s van de andere kinderen of van mij met een
kindje. Ook mijn computer trok hun aandacht. Ik had het Afrikaans muziekje
opgezet dat de kinderen al kenden uit de vorige sessie. Steeds opnieuw en
opnieuw moest hetzelfde liedje afgespeeld worden. Ze deden de bewegingen na en
probeerden zo goed mogelijk mee te zingen.
Tijdens het
spelen met de ballon moest ik van hier naar daar lopen. De vier kindjes sloegen
allemaal hun ballon steeds naar mij en ik moest deze zeker terugslaan zonder
hem op de grond te laten vallen.
Er werden
bellen geblazen, piano gespeeld, met de handpoppen gespeeld,… dit allemaal
terwijl ik elk kindje één voor één schminkte. Zoals ik al eens had vermeld,
kunnen de kinderen goed zelf keuzes maken en voor hun eigen mening opkomen. Ze
wisten tijdens het schminken duidelijk wat ze wilden en kozen allemaal iets
verschillend. Megan wou een tijger zijn. Ik had haar een beetje wit gemaakt
omdat ik dacht niet te veel schmink te gebruiken, maar dit vond ze niet oke. Ze
wou helemaal wit zijn, nam zelf initiatief en maakte zelf haar gezichtje nog
een beetje witter. Ze vroeg aan mij of ze mij ook mocht schminken. Waarom niet
dacht ik… Ik was toch samen met hen op hetzelfde feestje. Lee-Ashley en Megan
maakten van mij een combinatie van een vlinder en een clown.
Na het feestje was
het tijd om afscheid te nemen en mijn cadeautjes uit te delen. Eerst mochten ze
een beloningskaartje kiezen en een applausje voor zichzelf geven omdat ze de
hele week goed hadden gewerkt. Ze kregen hiervoor een medaille met hun foto erop.
Vervolgens gingen we allemaal samen op de mat zitten en we namen afscheid van
Balou en de andere handpoppen. Deze handpoppen had ik al in België gekocht met
het geld dat ik hiervoor heb ingezameld door een succesvolle wafelverkoop bij de vele mensen die mijn
project voor de Zuid-Afrikaanse kinderen wilden steunen. Aangezien deze kindjes
in een township wonen en (bijna) geen speelgoed hebben, liet elk van hen een
handpop uitkiezen die ze mee naar huis mochten nemen. Keanan koos de bij, Megan
de flamingo, Lee-Ashley de leeuw en Terisita de vlinder. Wat waren ze blij.
Terisita sprong recht en gaf mij een innige omhelzing waardoor de rest volgde
en we bijna een grote vleesklomp vormden. Ik vertelde hen dat ze goed op hun
handpopje moesten letten want dat het HUN handpop was. Voor alle zekerheid
schreef ik bij elk kind hun naam binnenin de handpop en natuurlijk voegde ik er
ook aan toe dat ze deze van mij hadden gekregen. De gezichten van de kinderen
waren echt goud waard toen ik ze naar de speelplaats liet gaan met een
geschminkt gezicht, een feesthoedje op hun hoofd, een toeter en hun handpop in
de hand. Zo fier dat ze waren! Echt hartverwarmend. Ik ga de kinderen echt zo
hard missen!
Voor Joremeo heb ik zelf een handpop uitgekozen omdat hij afwezig
was en deze met zijn medaille errond en met een likstok aan zijn juf gegeven.
Zij gaat deze maandag aan hem overhandigen. De andere 10 handpoppen heb ik in
de materialendoos gestoken en aan de zorgjuffrouw geschonken. Ze beloofde mij
dat ze hier zeker mee ging werken, ze stak haar 2 armen in de lucht en zei
‘Yes’. Ze zei dat ze hier in Afrika al eens naar zulke handpoppen had gezocht
maar er geen had gevonden. Ze was oprecht blij. Nu hoop ik echt dat zij ze
effectief zal gebruiken. Meteen heb ik haar om de gunst gevraagd dat de 5 FAS
kindjes steeds bij haar in de klas mogen komen om met de handpoppen te spelen.
“Natuurlijk” zei ze, “met plezier”.
Tijdens de
pauze had de directeur gevraagd of we even naar de personeelskamer wilden komen
om ook van de leerkrachten afscheid te nemen. Elk van ons kreeg een
persoonlijke speech. Wij bedankten de leerkrachten dat zij hun klas aan ons hadden
toevertrouwd. Wij waren per slot van rekening vreemde personen met een andere
taal die ze de kans hebben gegeven om iets bij te leren. Op het einde stelde ik
mij nog even recht want ik besefte dat we bijna de belangrijkste persoon waren
vergeten te bedanken. De directeur Ron Frans! Ik vertelde hem dat het voor mij
een hele eer was dat ik bij hem in de school een levensveranderende ervaring had
mogen meemaken en ik dit nooit of te nooit zal vergeten. Er waren heel wat
cultuurverschillen tussen deze school, de school in Eversdal en de scholen in
België. Zoals eerder vermeld waren er tussen Eversdal en België vooral veel
overeenkomsten. Klapmuts daarentegen is helemaal iets anders. Een school waar
normaal 800 leerlingen toegelaten worden, maar er 1500 aanwezig zijn. 1500
kinderen die leven onder omstandigheden dat wij ons niet kunnen inbeelden. 1500
unieke kinderen met elk hun probleem. 1500 kinderen die liefde zoeken. 1500
kinderen die ondanks hun levensomstandigheden toch nog lachen. 1500 kinderen
die je uit het diepste van je hart wil helpen… maar in het besef dat je dit met
een eenmansoperatie nooit kan bereiken.
De school
doet hier eigenlijk wel zijn best voor. De kinderen krijgen eten, kleren aan
een goedkopere prijs, onderwijs in een verzorgde school,… En oké soms reageren
de leerkrachten anders dan bij ons en durven ze lichamelijke straffen uitdelen
(wat ik zeker niet goedkeur!) maar het zijn toch ook maar emotionele mensen,
zelf meestal afkomstig uit hetzelfde milieu als de kinderen en wiens geduld
bijna ononderbroken op de proef wordt gesteld. De kindjes uit Klapmuts zijn immers
helemaal niet gedisciplineerd. Thuis leren ze dit niet en worden eigenlijk aan
hun lot overgelaten. Ze moeten dus alles leren op school. Hun gedrag en de leerstof.
En elk kind is anders en in een klas kan het niveauverschil heel groot zijn wat
het lesgeven helemaal niet simpel maakt. 40 leerlingen in een klas is niet min.
Door het cultuurverschil waren we in het begin hierdoor geschokt, maar
uiteindelijk kan ik dit alles wel in het juiste perspectief plaatsen.
Ik zal deze
ervaring nooit vergeten en steeds vol lof hierover praten. Bij het denken over
wat ik allemaal heb geleerd, gezien en ervaren voel ik alle emoties door
elkaar. Een heel verwarrend gevoel dat je doet stilstaan bij jezelf. Ik had
nooit verwacht dat ik zo een band zou kunnen krijgen met een kind. Alle
kinderen waarmee ik een hele week heb gewerkt, waren anders, maar allemaal zo
leuk op hun eigen manier. Maar ééntje zit voor altijd diep diep diep in mijn
hart. Mijn Megan. Moest ik kunnen dan zou ik ze in mijn valies mee naar België
nemen. Wetende dat haar leven verder gaat, zij niet meer individueel zal
geholpen worden, waarschijnlijk zoals velen een moeilijke toekomst tegemoet gaat.
En wijzelf gaan bijna terug naar België. Het land waar we alles hebben en zelfs
mopperen wanneer we bv een biefstuk op restaurant krijgen die een beetje te
hard is uitgebakken.
Zaterdag was
ook het moment gekomen om afscheid te nemen van Charlene en Stephen. Maar eerst
gingen we samen Leentje en Melissa op het vliegveld afzetten. Zij vertrokken
een weekje vroeger dan ons. Na een emotioneel afscheid (alhoewel we ze in Aalst
nog terugzien) gingen we terug naar huis om onze eigen valies verder klaar te
maken. Onderweg pikten we Tom en Anouk nog op bij Caren en zo waren we allemaal
klaar om naar onze laatste bestemming te vertrekken. Albert Hoek voerde ons
naar Wellington waar we nog een week zullen verblijven om aan ons eindwerk te
werken. Bij deze laat ik jullie dus weten dat dit waarschijnlijk één van mijn laatste
blogberichten is.
Dikke
Afrikaanse warme knuffels en tot binnenkort.