FAS - Voorbereidingen:
Na een weekend van ’s morgen tot ’s avonds werken, is
vandaag voor mij de grote dag aangebroken. Mijn eerste dag dat ik zou samenwerken
met de FAS kinderen. Ik hield eraan om deze kinderen in een aangename en leuk
aangeklede klas te ontvangen. Alles stond dan ook mooi uitgestald: het
knutselgerief, de stoeltjes, het beloningsbord, de handpoppen,…
Samen met een begeleidster ging ik langs elke graad om de
kindjes op te halen die de komende week met mij zullen doorbrengen. In de school
zijn 4 klassen van graad 4. In de eerste en tweede klas was er telkens maar 1
leerling aanwezig van de lijst die ik had gekregen. In deze klassen waren alle andere
leerlingen van de lijst afwezig. Ik kreeg al een beetje schrik dat het groepje kleiner
zou zijn dan de 7 op mijn lijst. Uiteindelijk
na lang zoeken, bleken er toch 5 van de 7 aanwezig: 2 Jongens (Joremeo en
Keanan) en 3 meisjes (Lee-Ashley, Terisita en Megan). Ze kregen elk een
gekleurde ballon toen ik ze in de klas ging ophalen. Aan de stoeltjes in mijn
klas hingen ballonnen met dezelfde kleuren. Op deze manier wisten ze waar ze
moesten plaats nemen. Elk kindje houdt van ballonnen en op deze manier wou ik
het voor hen toch iets aangenamer maken om zo maar uit de klas opgepikt te
worden en om vervolgens met een klein
groepje naar een aparte klas te gaan. Qua uiterlijk sprongen er volgens mij twee
kindjes volledig uit. Megan loopt op een speciale manier de trap op en af, haar
hoofdje is kleiner dan bij een gemiddelde kind van haar leeftijd en zij
vertoont ook alle andere in de vakliteratuur beschreven gelaatssymptomen: een
fijne bovenlip, geen kuiltje tussen haar mond en neus, kleine oortjes, …
Lee-Ashley praat heel onduidelijk, ze articuleert amper.
Megan
Keanan
Joremeo
Terisita
Lee-Ashley
Ik moet eerlijk toegeven dat ik best wel wat gestresseerd
was deze morgen. Hoe zullen de kindjes zijn, zouden ze echt zoveel achterstand
hebben, hoe zien ze eruit,… ?
Korte beschrijving van de dag:
De
kennismaking.
Ik stelde mezelf voor aan de hand van een prent die ik
had getekend. Op deze prent stond mijn familie afgebeeld samen met de dingen
waarvan ik hou en niet hou. Dit moesten de kindjes zelf ook doen. Het prentje
werd vervolgens vooraan op de kaft van hun ‘goedgewerkt schriftje’ gekleefd.
De kindjes stelden zich voor met behulp
van een bol wol die ze naar elkaar moesten gooien. Zo creëerden ze een soort
van web. Terwijl ze zich voorstelden, toonden ze hun prent. Hierbij was al een
duidelijk verschil te merken tussen de leerlingen onderling. Zowel de prenten
als de uitleg die ze erbij verschaften, waren anders. Zoals ik had verwacht,
tekenden ze ook heel wat dingen van mijn prent na. Tijdens het tekenen, tekende
ikzelf ook nog een extra kaartje. Ze zaten immers eerst naar mij te staren
omdat ze niet goed wisten wat te doen. Zo kon ik duidelijk verwoorden wat ze eerst moesten
doen. (We tekenen eerst onszelf, we beginnen met het hoofd,…) Kinderen met FAS
hebben immers duidelijke instructies nodig en veel herhaling.
De meeste kinderen vertelden vlot wie en
wat ze getekend hadden. Één leerling, Keanan, durfde amper zijn tekening te
tonen en hier iets bij te vertellen. Ik vroeg hoe zijn kat heette, waarop hij
geen antwoord durfde geven.
Tijdens deze oefening vroeg ik de
leerlingen een angstig en een blij gezicht te trekken bij de dingen waarvan ze
niet en wel houden. Ook bij deze opdracht participeerde ik. Eigenlijk was ik
positief verrast. De kinderen deden goed mee en toonden de correcte emoties op
hun gezicht.Vervolgens maakten ze kennis met Balou, de pratende hond uit Toverbos. Dit vonden ze alle 5 super leuk. Ze lachten en keken met grote ogen. Zeker wanneer ze Balou begroetten door hem de hand te schudden.
Het verhaal ‘Die sebra wat hartseer was.’
Het verhaal gaat hoofdzakelijk over een dier dat hartzeer heeft maar er komen nog heel wat andere gevoelens in voor. Om het verhaal iets levendiger te maken vertelde ik dat de dieren uit het verhaal ook in Toverbos wonen.
Tussendoor werden enkele vragen gesteld. Hierbij merkte ik enkele kenmerken op die aan FAS kinderen kunnen gelinkt worden. Lee-Ashley vertoont een heel actief gedrag. Ze kan amper stil zitten, kijkt voortdurend rond, loopt van haar stoel om een stuk keukenrol te nemen om vervolgens met het papier te spelen,… Megan laat zich een beetje meeslepen maar in mindere mate. Keanan blijft zeer teruggetrokken wanneer ik rechtstreekse vragen stel. Bij groepsopdrachten werkt hij wel goed mee maar zodra ik hem persoonlijk aanspreek, klapt hij dicht. Bij het stellen van de groepsvragen springt Joremeo er positief uit. Hij is een kind waarvan de zorgleerkracht nog niets weet, maar ze denkt wel dat hij FAS heeft omdat zijn mama het gezegd heeft. Tot hiertoe denk ik persoonlijk van niet. Hij kan steeds goed antwoorden, kan linken leggen,…
Na het verhaal moesten de kinderen enkele platen uit het verhaal in de juiste volgorde leggen. Hierin nam Joremeo ook de leiding. Keanan wist na enige tijd ook te vertellen wat in het verhaal allemaal gebeurde. De meisjes daarentegen beantwoordden de vragen met zaken die totaal niets met de vraag te maken hadden. Meestal was het antwoord ‘Sebra het hartseer’.
Gevoelensdoosje:
Aangekleed voor het thema Toverbos vertelde Balou de hond dat hij een doosje had gevonden. De 4 materialen werden besproken en er werden proefjes mee gedaan.
- Steentje: boos = koud en hard. Als ik boos ben, dan stamp ik ook heel hard met mijn voeten op de grond. De kinderen knepen in de steen zo hard ze konden terwijl ze een heel boos gezicht trokken.
- Veertje: blij = Balou streelde de kinderen over hun gezichtje. Spontaan begonnen ze te lachen. Het maakte hen blij.
- Pleister: pijn = Als je ergens pijn hebt, doe je er een plakker of windel rond.
- Spijker: angst
Het maken van hun eigen doosje was voor hen wel duidelijk puur genieten. Ze hadden veel keuze van stempels en kleuren. Net zoals bij de eerste opdracht zorgde ik voor een duidelijke instructie en participeerde ik. Belangrijk was dat de leerlingen moesten stempelen en niet wrijven. Dit ging zeer vlot! Ook de instructies kwamen ze zeer goed na: eerst stempelen, vervolgens het sponsje uitspoelen en pas dan een nieuw kleur gebruiken.
Het enigste wat wel gebeurde, was dat ze hier en daar vlekken op hun kleren maakten, ook al rolde ik hun mouwen naar boven. Ze gingen alleen hun handen wassen,… het verliep echt goed! Op het einde waren de kindjes niet meer te houden van enthousiasme. Waauw GLITTERS! Hun gevoelensdoosjes waren zeer mooi en vooral heel blinkend. Tot ik enkele kinderen hun gezicht zag! Terisita, Keanan en Megan hadden alle glittertjes die op de bank waren gevallen op hun handen gedaan en op hun gezicht gewreven. Nu waren het echt sterretjes!
Op het einde van deze opdracht moesten de
leerlingen hun gevoel kiezen. De jongens en Terisita waren gelukkig, Megan
droef omdat ze geen kat krijgt en Lee-Ashley bang. Natuurlijk wou ik de reden
van elk gevoel weten. “Gelukkig, omdat we leuke opdrachten doen en samen
spelen.” Lee-Ashley was bij de vraag waarom ze bang was zeer stil. En wanneer
ze iets zei kon ik haar niet verstaan. Achteraf ben ik te weten gekomen dat
haar mama 2 weken geleden is gestorven. Dit kan veel verklaren. Zij weet
waarschijnlijk niet wat er nu met haar zal gebeuren.
Memory:
De kaartjes werden op de zitmat gelegd. Blijkbaar schenen mijn kaartjes een beetje door waardoor sommige paren niet moeilijk te vinden waren. Bij dit spel heb ik vaak moeten herhalen dat de leerlingen op hun stoel moesten blijven zitten en pas mochten rechtstaan als het hun beurt was. Ze bogen steeds verder over de kaartjes om hopelijk al een paar te kunnen vormen zonder dat de kaartjes waren omgedraaid.
Muziekspel met handpoppen:
Alle handpoppen zijn vriendjes van Balou. De leerlingen mochten eerst alle poppen een beetje uitproberen en vervolgens er één kiezen. Keanan had het hiermee een beetje moeilijk. Hij verliep nog enkele malen van zijn stoel om toch nog te veranderen. Ik had nochtans 2x duidelijk gezegd dat het de laatste keer was dat ze mochten wisselen. Het was/is best wel moeilijk om streng te zijn tegen deze kinderen. Maar toch heb ik hem hiervoor even aan de kant gezet en niet laten meedansen op de muziek. Tijdens het dansen, ging ik bij hem en zag ik dat hij droevig was. Toen ik hem vroeg waarom hij aan de kant zat, zei hij niets. Ik legde het hem uit en vroeg hem vervolgens nog eens waarom hij aan de kant zat. Nog steeds geen antwoord. Ik zei dat ik hem veel liever zag lachen en vroeg hem om een knuffel. Maar hij was hier blijkbaar erg van aangeslagen en begon te wenen. Aangezien hij niet meer kon lachen, begon ik hem te kietelen en vroeg aan de anderen om mij mee te helpen. Opeens verscheen die grote glimlach weer op zijn gezicht en sprong hij recht om mee te doen. Het dansen was niet vrij dansen maar dansen met een gevoel dat bij de muziek paste. Hiervoor koos ik verschillende soorten muziek met duidelijke melodieverschillen.
De kinderen moesten reflecteren over welke opdrachten ze vandaag hadden gedaan, wat ze moeilijk/makkelijk vonden en wat volgens hen goed/slecht was gegaan.
2 kindjes vonden de prenten bij het verhaal op de juiste volgorde leggen moeilijk.
Op het einde mochten de kindjes een beloningsprentje kiezen voor op hun beloningskalender. Morgen zal hun foto (die ik vandaag genomen heb) hier ook op geplaatst worden.
Vandaag was een beetje een kennismakingsdag. Ikzelf en ik
denk ook de kinderen hebben hier van genoten. Op het einde kreeg ik een dikke
knuffel van de meisjes. Morgen zal ik meer rond cognitieve competenties werken.
Waarschijnlijk zal er nog 1 kindje bijkomen uit graad R
(kleuterklas). Deze leerling is volgens de directeur ‘ een zwaar geval’. Hij is
reeds 10 jaar, is even groot als de kinderen uit graad R en heeft heeeel veel
achterstand. Ik ben snel eens langs geweest in graad R om met dit kindje kennis
te maken. Dit deed me toch even schrikken. Het kindje is effectief even groot
als een kind van 5 jaar, toont geen emotie in zijn gelaatsuitdrukkingen en
heeft een enorm klein/smal hoofd.
Thuis kreeg ik van Charlene te horen dat 2 meisjes uit mijn groep bij haar zijn geweest om te zeggen dat ze les krijgen van een ‘wit-juf’ en dat ze niet meer willen teruggaan naar hun eigen klas! Leuk!!
Dag Chimène,
BeantwoordenVerwijderenWat een leuke woordspeling! Fantastische Actieve Superkindjes.
FAS staat eigenlijk voor "Fetal Alcohol Syndrome". FAS leidt tot een verstandelijke handicap en geboortedefecten bij kinderen van wie de mama tijdens haar zwangerschap (teveel) alcohol heeft verbruikt.
Het kan enkel door preventie bij (jonge) moeders voorkomen worden want de schade is voor de kinderen onherstelbaar. Alleen een levenslange individuele begeleiding kan deze slachtoffertjes helpen.
Dat is problematisch, zeker in de townships van Zuid-Afrika.
Wie reeds in Zuid-Afrika geweest is, kan zich ongetwijfeld een beeld vormen van de omgeving waarin deze kinderen heel waarschijnlijk aan hun lot overgelaten worden.
Fijn dat jij zich het lot van deze kinderen aantrekt door hen aandacht te schenken tijdens jouw stage. Dat zal ze - hoe kortstondig ook - veel deugd doen. Jouw leuke foto's tonen gelukkige snoetjes.
Fijn ook Jouw betrokkenheid en positieve ingesteldheid.Jouw leuke woordspeling bewijst dat meer dan voldoende.
Ik kijk alvast uit naar jouw eindwerk en getuigenis over dit onderwerp. Ook al is FAS - wellicht ten onrechte - onvoldoende gekend in ons land, jouw ervaring zal later in je beroepsleven nog van pas komen met andere kinderen die bijzondere aandacht nodig hebben.
Veel succes!
johan(ie:)
Dag Johannie,
BeantwoordenVerwijderenInderdaad FAS wordt veroorzaakt door overtollig drankgebruik tijdens de zwangerschap. Hier in Zuid-Afrika zijn er heel wat vrouwen (ook mannen natuurlijk) die hun gekregen loon onmiddellijk spenderen aan drank. Nog 2 oorzaken van overtollig drankgebruik zijn dat de werkmensen op de wijnvelden soms uitbetaald worden met drank en dat vrouwen een uitkering krijgen als ze een gehandicapt kind hebben.
Zoals je al op mijn blog hebt kunnen lezen zijn deze kinderen adorable. Wel moet ik soms stalen zenuwen hebben om ze alles steeds opnieuw uit te leggen. Maar wanneer je naar de kinderen kijkt en ze ziet lachen of ziet staren uit onwetendheid smelt je hart.
Deze kinderen verdienen en hebben nood aan speciale zorg. Ik weet dat ik ze op deze korte periode niet de achterstand kan laten overbruggen die ze nu hebben op cognitief vlak. Wat ik ze wel zeker kan bijbrengen is een gevoel dat ze er mogen zijn! Op het einde van mijn week hoop ik 5 kinderen te zien die weten hoe fantastisch ze zijn.