donderdag 8 mei 2014

Stof tot nadenken


Vandaag moest ik de lessen wiskunde en natuurwetenschappen geven.

Het eerste lesuur van de dag startte ik met de les wiskunde. Hierin wou ik eerst een korte herhaling geven om vervolgens het werkblad van dinsdag verder af te werken. Voor alle zekerheid ging ik na of alle kinderen dit werkblad mee hadden om eventueel nog enkele afdrukken te gaan maken. Al snel kwam ik tot de vaststelling dat de leerkracht het werkblad door de leerlingen had laten afwerken tijdens de huiswerkperiode. Hier in Klapmuts wordt vaak de tijd van het laatste lesuur vrij gemaakt om taken te maken of lessen te leren. De reden hiervan is dat de kinderen geen handboeken of werkboeken mee naar huis mogen nemen. Ze zouden die vaak vergeten of zelfs verliezen.

Dit vormde voor mij wel even een obstakel aangezien mijn planning hierdoor een beetje in de war was geraakt. Ik stelde voor om al de les van morgen te geven aangezien ik toch het nodige materiaal had meegebracht. De leerkracht zei dat hij liever had dat de les, die ik voor morgen had voorbereid, toch morgen zou gegeven worden en stelde voor om vandaag het werkblad te verbeteren samen met de leerlingen.




  

Een supersnelle brainstorm raasde door mijn hoofd. Ik heb beslist de les als volgt te organiseren. Aangezien heel wat leerlingen hier nog moeite mee hebben, startte ik met het maaltafelspel. Alle leerlingen moesten op hun bank gaan staan en kregen om de beurt een maaltafel die ze moesten oplossen. Wie de maaltafel correct had opgelost, mocht gaan zitten. Tijdens deze oefening merkte ik op dat heel wat leerlingen nog op hun vingers moeten tellen om tot het correcte antwoord te komen. Ik ben benieuwd hoe het morgen zal verlopen met het maaltafeldoosje dat ik voor elke leerling heb gemaakt.

Na deze korte oefening herhaalde ik enkele oefeningen over het omzetten van lengtematen. Met behulp van het bord ging dit heel vlot. De leerlingen wisten nog goed hoe dit werkte en kleefden de getallen op de correcte plaats. Het verschil tussen schatten en meten werd ook herhaald. In het begin merkte ik op dat sommige leerlingen het toch nog moeilijk hadden met de betekenis hiervan. Ze gebruikten hun liniaal tijdens het schatten. Bij elk voorwerp dat we schatten en maten, legde ik de nadruk erop dat schatten zonder liniaal wordt gedaan en dat bij meten het liniaal wel moet gebruikt worden. Herhaling is hier heel belangrijk. Op het einde merkte ik dan ook dat de leerlingen het nu wel  begrepen. Bij het schatten van enkele strepen op hun werkblad zag ik ze allemaal hun duimpjes naast elkaar leggen en verleggen. De breedte van de duim is immers ongeveer 1cm. Super tof was, toen ik het volgende lesuur langs de klas van  mijn leerkracht passeerde, dat ik alle leerlingen op hun bank zag staan.  

Na deze les had ik een kort gesprek met de directeur over FAS en samen met een juf verbeterde ik mijn Afrikaanse enquête. Dit duurde enige tijd. Alle computers hebben hier qwerty-toetsenborden. Hierdoor was het steeds zoeken voor de juf waar welke letter stond.


Vandaag was het ‘zaal’. Er werd gezongen en gepreekt over hoe de kinderen zich moeten gedragen in de school. Achteraf hoorde ik van de directeur dat ze normaalgezien de leerlingen in 2 groepen splitsen en dat elke groep dan op een ander tijdstip moet komen. Maar aangezien de inspectie nog steeds aanwezig is, was dit vandaag niet het geval en stonden alle 1500 leerlingen in de zaal.

De les NW ging over de materietoestanden. Super toffe les! De leerlingen konden heel actief deelnemen door bellen te blazen, een mandarijn uit te persen, water op olie te gieten, op hun stoel te springen,… Dit vonden ze super leuk en ze begrepen de leerstof goed! Dit was te merken tijdens de verbetering van het werkblad.

Op het einde van de les zegden 2 meisjes spontaan ‘Ik ga jou missen als je weg zal zijn.’ En vervolgens kreeg ik een hartverwarmende knuffel. Persoonlijk hou ik ervan om een leerling eens een high-five of een ‘schouderwrijfje’ te geven. De kinderen moeten voelen dat ze gewenst zijn! Vaak hoop ik dan dat ik hen de aandacht en liefde geef die ze thuis misschien niet krijgen.

Op het einde van de dag ging ik nog snel even langs de bibliotheek om enkele gepaste leesboekjes te kiezen voor mijn project. Het zijn de volgende boeken geworden: “Die olifant wat bang was”, “Die tier wat kwaad was.”, “Die sebra wat hartseer was.”, “Mamma! Ek is bang.” en “En wie is jy?”. Om zo binnen het thema van gevoelens te blijven.

Na school hadden Leentje en ik een gesprek over hoe snel alles hier al is voorbij gevlogen. Het rare is, nu we weten dat onze terugkeer nadert, we meer aan thuis beginnen te denken. Ik krijg steeds kippenvel wanneer ik eraan denk dat Leentje en Melissa over 10 dagen al terug in België zijn. Leentje en ik delen dezelfde mening dat de buitenlandse stage te kort is. Zeker de stageperiode in Klapmuts. Het onderwijs in Klapmuts verschilt op zoveel vlakken van het onderwijs in België. Eigenlijk leren we hier in Klapmuts heel veel bij op het vlak van omgaan met cultuurverschillen. Speciale werkmethodes worden hier niet gebruikt. Integendeel, wij leren eerder hen nieuwe werkmethodes aan. Maar dit geeft zo’n voldoening wanneer de lokale leerkracht onze werkvormen overneemt en dit allemaal positief uitdraait voor het kind. Klapmuts vormt je niet op theoretisch vlak, maar op emotioneel vlak. Hier leer je de waarde van het leven meer appreciëren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten