De laatste dag vóór de vakantie! Vandaag moest ik 2 lessen geven. Een les levensvaardigheden en een les wiskunde.
De les levensvaardigheden ging over muziekinstrumenten: blaas-, snaar- en slaginstrumenten. Ik deelde enkele prenten van muziekinstrumenten uit. Opdat voor alle zekerheid de leerlingen deze muziekinstrumenten zouden kennen, overliep ik alle namen van de instrumenten. De leerlingen beluisterden enkele muziekfragmenten en moesten de juiste prent bij een muziekfragment plaatsen op het bord. Op het bord waren de muziekinstrumenten ingedeeld in 3 groepen zodat ze de prenten ook in de juiste kolom moesten ophangen. Ze gaven zelf nog enkele voorbeelden van blaas-, snaar- en slaginstrumenten die zij kennen en die volgens hen typisch Afrikaans waren. Diegene die ik niet kende, mochten de leerlingen op bord tekenen en het geluid nabootsen met hun mond. Toonhoogte en melodie werd uitgelegd en op de muziekfragmenten toegepast. Een leerling gaf ‘blokfluit’ als voorbeeld van een blaasinstrument. Juist! Maar de leerkracht haalde opeens een blokfluit uit haar kast. De leerlingen vroegen of ik hierop iets wou spelen. Hierover heb ik toch een beetje getwijfeld aangezien er toch enkele kinderen zijn die bepaalde ziektes hebben. Uiteindelijk heb ik het toch maar gedaan.
Nadat de leerlingen het werkblad hadden ingevuld veranderde de klas even in een orkest. Ik deelde de klas in groepen in. Elke groep bootste de klank van een bepaald instrument na met de stem. Wanneer ik een groep aanwees, moest die het geluid van zijn gekozen instrument nabootsen. De kinderen lachten en maakten duidelijk plezier. Achteraf duurde het wel langer om ze weer stil te krijgen.
De les wiskunde ging over cm en mm. Na een korte herhaling mochten 2 kinderen naar voor komen. Bij de ene leerling mat ik de lengte van de neus en bij de andere de lengte van de voet. De leerlingen moesten beslissen of het volgens hen zinvoller was om de maat uit te drukken in cm of in mm. Beide afmetingen moesten ze omzetten naar cm of mm.
Aan het begin van een les maak ik steeds 3 afspraken. Één van die afspraken is dat de leerlingen moeten blijven zitten en als ze een vraag hebben enkel hun hand in de lucht moeten steken. Wanneer ik vroeg wie vooraan aan het bord wou komen, waren er duidelijk enkele leerlingen die deze regel vergeten waren. Staande op de toppen van hun tenen en met hun vinger zo hoog mogelijk in de lucht riepen ze ‘juffrou, juffrou!’ Deze leerlingen moesten duidelijk de afspraken nog leren nakomen. Daarom vermaande ik hen dat ik ze niet zou kiezen als ze niet op hun poep zouden blijven zitten.
Maandag, na de vakantie, komt de inspectie langs. Hierdoor kan ik in mijn klas een hele dag geen les geven. Mijn leerkracht krijgt de inspectie zelf ook over de vloer en dit was eraan te merken. De les die ik vandaag gaf is namelijk dezelfde die hij maandag zal geven. “Op deze manier weten de kinderen al goed wat te doen.” zei hij.
Vandaag ben ik heel wat extra informatie te weten gekomen over FAS in Zuid-Afrika. Ik heb een interview afgenomen van 2 leerkrachten die zich in deze school iets meer dan de anderen bezig houden met FAS-kinderen. Echt een beetje meer… want veel is het niet omdat ze hierover alles zelf moeten te weten komen door opzoekingswerk. Er zijn hier veel FAS-kinderen aanwezig, maar toch worden er geen cursussen of infosessies voorzien. Wel is er een zorgjuffrouw in deze school aanwezig die af en toe hulp biedt. Maar van deze zorg kunnen de kinderen maar tot graad 3 genieten. Vanaf graad 4 moeten de kinderen zelf met hun problemen kunnen omgaan. In deze school zijn 1500 leerlingen aanwezig. Uit onderzoek weet ik dat statistisch 120 op 1000 kinderen hier aan FAS lijden. Omgerekend voor deze school betekent dit concreet dat één zorgleerkracht ondersteuning moet bieden voor 180 leerlingen. Onhaalbaar dus! Ze heeft eigenlijk de extra hulp opgegeven. Ik kijk al uit naar de laatste week in Klapmuts om zelf te ondervinden hoe de FAS-kinderen denken en voelen.