maandag 7 april 2014

Graad 4 beleeft plezier!


Vandaag hebben Angelique en ik kennis gemaakt met graad 4. Mijn Afrikaanse mentor is een man die duidelijk van zijn beroep houdt. De manier waarop hij les geeft verschilt niet zoveel van de methodes die wij aangeleerd krijgen: "Hij gebruikt extra materialen om zijn les aangenamer te maken. Zijn leerlingen weet hij te motiveren door zijn enthousiaste aanpak. Hij trekt gekke bekken, stoot zijn hoofd tegen de deur, helpt de leerlingen individueel, laat iedereen aan het woord,… "

De dag startte met een vriendelijke begroeting en een korte klassikale bespreking over de vakantie. Vervolgens werd er een kort tekstje voorgelezen en door een leerling een gebed gebeden.

Wiskunde was de eerste les van de dag. ‘Groter as en kleiner as’ was het onderwerp. Er werden enkele voorbeelden op bord geschreven en klassikaal opgelost. In het begin dacht ik dat de symbolen < en > hier niet worden gebruikt omdat de leerkracht de woorden steeds voluit op bord schreef. Pas naar het einde toe werden de symbolen aangehaald. Ik moest steeds denken aan ‘het mondje’ dat wij gebruiken. Hier wordt gezegd dat het puntje steeds naar het kleinste getal wijst. De leerlingen hebben voor wiskunde, net zoals bij de andere vakgebieden, een handboek en een schrijfschrift.

Aangezien de leerlingen met 2 aan een bank zitten en elk van hen het werkboek en schrijfschrift gebruikt, is er plaats tekort. De leerlingen leggen hun boek op hun schoot, boekentas,… De oefeningen in het werkboek worden steeds samen overlopen en vervolgens individueel opgelost. Een (klassikale) verbetering heb ik nog niet gezien. Helemaal op het einde van de les moesten de leerlingen een totaal andere oefening maken dan voorgaande. Ze moesten getallen afronden en in een tabel (D H T E) plaatsen. 1100 is hier ‘duisend een honderd’.


De volgende les was een Afrikaanse les over het weer. De leerkracht had hiervoor een paraplu (= sombrele) meegebracht. Leuk dat de leerkracht mij tijdens deze les betrok en het weer van België vergeleek met het weer in Zuid-Afrika. De kindjes keken allemaal een beetje jaloers toen ik zei dat wij bijna elk jaar sneeuw hebben tijdens de winter. Slechts 2 leerlingen uit de klas hebben ooit sneeuw gezien.


Elk kwartaal worden 2 kapiteins aangeduid die verantwoordelijk worden gesteld voor alles wat in de klas gebeurt. De leerkracht schrijft dan 3 jongensnamen en 3 meisjesnamen op bord. De leerlingen sluiten hun ogen en leggen het hoofd op de bank. Bij het horen van de naam van de persoon die hij/zij verkiest, wordt het hand in de lucht gestoken. Het meisje en de jongen met het meeste aantal stemmen is gewonnen. Tijdens het observeren van de lessen zit ik steeds achteraan. Hierdoor heb ik een goed overzicht van de leerlingen in de klas. Leuk om te zien dat hier en daar toch een kindje de ogen op spleetjes opent om te zien op wie de andere stemmen.


Deze week zullen Angelique en ik de lessen Afrikaans, SW en NW geven. In het begin had ik een beetje schrik om een les Afrikaans te geven. Vloeiend Afrikaans spreken doen we zeker nog niet! Maar nadat ik de cursus had doorgenomen, voelde ik me al veel meer op mijn gemak. Opvallend was dat ons Afrikaans, na een week Vlaams praten, achteruit is gegaan. Ai ai we zullen weer mogen oefenen. Gelukkig zijn er vanaf vandaag 4 Afrikaanse studenten aangekomen die hun stage hier ook zullen uitvoeren. Door hier wat mee te babbelen hebben we ons Afrikaans alweer op een degelijk niveau kunnen brengen. Voor vrijdag hebben we al mooie vooruitzichten! Braie met die Afrikaanse student!!



We hebben net samen met Caren  hockeylessen gegeven. Het weer was doef en warm… lekker zweten dus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten